Zoeken
Haneklootjes is een oude naam voor speenkruid
23 januari 2020
Haneklootjes is een oude volksnaam voor speenkruid
Door Natuurspotter Hero Moorlag
De Plantenwerkgroep van IVN-afdeling Hoogeveen gaf eind 2019 voor het derde achtereenvolgende jaar gehoor aan de oproep van Floron in Nijmegen mee te doen aan de eindejaars plantenjacht. We verzamelden op 29 december op de parkeerplaats van de Gamma aan de Groenewegenstraat in Hoogeveen. In bermen rondom vonden we 27 soorten bloeiende wilde planten, van duizendblad en paarse dovenetel tot paardenbloem en speenkruid. Speenkruid in december? Vroeger bloeide speenkruid nadat de sneeuw in maart was gesmolten en bleef bloeien tot in mei, ook tijdens hagelbuien in april. We vonden dat een vreemd gezicht, die gele bloemen bedekt met hagelsteentjes. Toen golden de gezegden nog: maart roert zijn staart, april doet wat hij wil. Pas in mei was de r uit de maand. Klimaatverandering anno 2020. Nu is het gras ‘s winters groen en blijft groeien en hazelaars bloeien. Op Landgoed Dickninge bij De Wijk bloeien duizenden sneeuwklokjes. Nog zijn er mensen die twijfelen aan de opwarming van de aarde, maar die mensen zul je niet onder IVN-ers aantreffen.
Giftige ranonkel
Speenkruid is een voorjaarsbloeier die behoort tot de ranonkelfamilie. Bekende wilde planten uit deze familie zijn alle soorten boterbloemen, dotter, anemoon, maar ook wilde akelei en wilde ridderspoor. Speenkruid is evenals anemoon een bosplant van het eiken- en beukenbos. De bosbodem op Landgoed Dickninge kleurt straks geel van speenkruid en wit van anemonen. Omdat de groene bladeren veel vitamine C bevatten, werd speenkruid vroeger vóór de bloei geplukt en meegenomen aan boord van zeezeilschepen. Het kruid was een probaat middel tegen scheurbuik en werd vanwege de frisse smaak verwerkt in salades. Vóór de bloei, want tijdens de bloei produceert speenkruid proto-anemonine en saponine, giftige stoffen. De bladeren worden dan zo bitter, dat koeien en schapen de plant niet eten. De wortels van speenkruid bevatten anemonine, tannine en triterpeen saponine. Vroeger gebruikte men extracten van speenkruid uitwendig tegen aambeien.
Vijgwortels of haneklootjes
De normale gang van zaken bij wilde planten is groeien, bloeien, vrucht zetten en zaden verspreiden. Zaden kunnen worden verspreid door het water (gele lis en zwanenbloem), door de wind (paardenbloem en kruiskruiden), door vogels (lijsterbes, hulst en klimop) of zaden kleven aan de vacht van zoogdieren of aan onze kleding (klitsoorten, tandzaad en kleefkruid). De bedoeling van de plant is zich te vermeerderen, zich voort te planten. Dat kan ook op andere manieren, zonder bevruchting in een bloem, dus ongeslachtelijk. In de natuur vind je struiken met afleggers (jeneverbes) en wilde planten die bollen, knollen of wortelstokken maken. Spit eens een speenkruidplantje uit de grond. Tussen de wortels zie je ovaalvormige knolletjes, vaak in een trosje bij elkaar. Vijgwortels, zei men vroeger, maar haneklootjes was een meer voorkomende volksnaam. Kijk vooral even in de oksels van de onderste bladeren. Ook daar vind je knolletjes, nog klein en wit. Zowel deze knolletjes als de knolletjes tussen de wortels lijken op spenen. Vandaar speenkruid. Hoewel, een andere naam voor aambeien of hemorroïden is speen. Zou de naam van dit prachtige plantje daar mee te maken hebben? In ieder geval heeft speenkruid met die ovale knolletjes een aparte vorm van ongeslachtelijke voortplanting ontwikkeld.
Hero Moorlag