Zoeken
‘Hier heel zeldzaam…’
15 september 2018
Wie wat bewaart, die heeft wat. Het is een gevleugelde uitdrukking die vaak door notoire verzamelaars wordt gebruikt. Het is dan meestal een legitimatie voor een wat uit de hand gelopen hobby. Ik snap die behoudzucht wel, want als ‘amateur natuurhistoricus’ word ik heel enthousiast als er in archieven van bijvoorbeeld een natuurvereniging iets bijzonders opduikt. Zo kwam ik in het archief IVN Norg een herbarium tegen uit 1937/1938 met daarin een honderdtal gedroogde planten uit de omgeving van Bronneger en Drouwen. Dit soort vondsten zijn een uitgelezen kans om meer te weten te komen over de vroegere verspreiding van plantensoorten in Drenthe.
Het herbarium bestaat uit losse vellen die bij elkaar worden gehouden door een stevige kartonnen kaft. Op dat kaft staat met getekende letters De Hondsrug. En daar heb je meteen een raadsel te pakken. Hoe komt een herbarium dat is samengesteld op De Hondsrug terecht in het archief van IVN Norg. Navraag bij oud-bestuursleden van de vereniging leert dat ze het cadeau hebben gekregen nadat een brand van het clubgebouw het oude archief volledig verwoestte. Wie de gulle gever is geweest, is helaas niet meer te achterhalen.
Kippenvel
Ik kan me ook voorstellen dat u nog niet meteen op het puntje van hun stoel zit. ‘Leuk hoor zo’n collectie gedroogde planten, maar moest niet iedereen dat vroeger voor school maken?’ Met andere woorden, wat moet je er mee… Maar ik kreeg toch wel even kippenvel toen ik de touwtjes van het kaft losmaakte. Eigenlijk open je met zo’n eenvoudige handeling een schat aan verhalen. Bovendien kan het ook in wetenschappelijke zin nog betekenis hebben, vooral als de samensteller van het herbarium de vindplaatsen van de planten heeft genoteerd.
Zo zijn er diverse planten gevonden op en rond het station van Drouwen. Dit station aan de spoorlijn tussen Stadskanaal en Zwolle was ook bekend als station Bronneger. Het gekke is dat het gebouw uit 1906 alweer in 1935 werd gesloopt. Hoe het terrein er precies uitzag in die tijd kan ik natuurlijk niet exact achterhalen, maar als je met behulp van Topotijdreis.nl op de kaart van rond 1937 kijkt, zie je dat het station aan de rand van de Oosteresch stond. Aan de noordzijde ligt het Drouwenerzand, ten oosten van de es loopt de spoorlijn en kronkelt het Voorste diep zich een weg naar de noordelijker gelegen Oostermoerse vaart. Een afwisselend kleinschalig landschap van akkers, heidevelden, een beekdal en nog iets verder naar het oosten de uitgestrekte Veenkoloniën.
Lange ereprijs
Een van de bijzondere planten van deze plek, het station dus, in het herbarium is de lange ereprijs. De soort was in die tijd al uiterst zeldzaam gezien de handgeschreven opmerking ‘hier zeer zeldzaam’. In Drenthe is de wilde lange ereprijs, die als ‘stroomdalsoort’ vooral langs rivieren en beken groeit, maar van een paar plaatsen bekend. In de onvolprezen Atlas van de Drentse flora blijkt dat hij bij Coevorden is gevonden. Later werd de plant ook van elders gemeld, maar daarvan wordt aangenomen dat het verwilderde tuinplanten zijn. Ik kan me echter moeilijk voorstellen dat er eind jaren dertig al mensen waren die de plant in hun tuin hadden en het afval daarvan op het stationsterrein stortten. Maar eerlijk is eerlijk, het zou natuurlijk kunnen.
Daarom schakel ik plantenkenner en collega Heel Drenthe Zoemt-blogger Edwin Dijkhuis van FLORON in. Hij bevestigt dat de soort in Nederland vooral langs riviertjes als de Dommel en Overrijsselse vecht groeit. Het voorkomen van de plant rond Drouwen hangt mogelijk samen met natuurlijke groeiplaatsen in het Duitse Emsdal. Maar ook Edwin is verrast over de historische vondst en legt het aan voor aan onderzoeker Eddy Weeda, de schrijver van de al even onvolprezen vijfdelige Nederlandse oecologische flora. Weeda sluit niet uit dat het om een wilde groeiplaats gaat, waarmee het dus een zeer interessante vondst is en een ‘nieuwe stip op de kaart’.
Korensla
Ik realiseer me ook wel dat de vondst van de lange ereprijs in het 80-jaar oude herbarium niet de aanzet is tot wereldvrede, maar het vertelt ons wel iets over hoe het oude landschap van Drenthe eruitzag. Helemaal als je ziet dat planten als bolderik, korenbloem en korensla blijkbaar toen nog zo algemeen waren dat er niet eens een exacte vindplaats wordt genoemd, maar kan worden afgedaan met ‘in ‘t het koren’. In tachtig jaar kan er veel veranderen want die korensla bijvoorbeeld, ooit een karakteristieke plant van roggeakkers op de Drentse essen, zou in mijn herbarium nu worden voorzien van het etiket ‘hier zeer zeldzaam’…
Naschrift: Met dank aan IVN Norg, de oud bestuursleden Jan Watermulder en Chaim Zimet en de Natuur- en Landschapsboerderij Noordsche Veld waar een deel van het natuurhistorisch archief van IVN Norg wordt ondergebracht.