Libellen in de winter

18 maart 2019

Door Joop Verburg

Vorige keer schreef ik over vlinders, vooral de nachtvlinders in de winter. Ze hebben allerlei technieken om de winter door te komen. Als ei, als rups, als pop of als vlinder en altijd hebben ze technieken om te overleven. In veel gevallen dikken ze hun lichaamsvloeistof daarbij in tot glycerol-achtige stoffen, waardoor ze niet bevriezen. Atalanta’s kunnen dat niet zo goed. Die trekken dan ook in de winter zuidwaarts. Maar zoals overal in de natuur zijn er eigenwijze exemplaren, de durfals, die wel blijven. De laatste jaren is dat steeds succesvoller. Ook dit jaar zagen we in onze omgeving al heel vroeg Atalanta’s vliegen die kennelijk hier de winter overleefd hebben..

 

Het leven van de meeste libellen is anders. Libellen brengen het grootste deel van hun leven in het water door. Daar leven ze als larven en ze zijn behoorlijk roofzuchtig. Ze vreten allerlei kleine waterdiertjes op en groeien daarvan uit tot volwassen exemplaren. Daar doen ze vaak meer jaren over en in heel voedselarm koud water kan dat stadium wel meer dan 10 jaar duren. Ze overleven de winter dus in de onderlaag van sloten en plassen en mogen hopen dat het niet helemaal diepvriest. Pas later in het jaar sluipen zij uit en barsten uit hun larvenvel. Ze moeten even drogen en opwarmen en kunnen dan hun vliegend leven beginnen. Er is één geslacht van libellen dat niet in het water overwintert. Dat zijn de Winterjuffers. In ons land zijn er twee soorten, de Bruine en de Noordse winterjuffer. Juffers zijn libellen, maar waar echte libellen hun vleugels in rust volledig gespreid houden , vouwen juffers hun vleugels langs hun lichaam. Winterjuffers zijn daarin nog een beetje eigenwijzer, want die vouwen als enige hun vier vleugels aan één kant van hun lichaam.

De Bruine winterjuffer komt in het hele land wel voor en legt eitjes in het voorjaar. In ondiepe plassen en meertjes en libellen sluipen uit in juli of augustus. Zij zoeken in de winter een beschutte plek en wachten daar het voorjaar af. Ook de winterjuffers maken antivries om de koude te overleven.

Noordse winterjuffer in de winter plat tegen een stengel van Pijpenstro aan

 

De Noordse winterjuffer is veel kieskeuriger. Zij leven in een beperkt deel van het land in het laagveengebied van Noordwest Overijssel. Het bijzondere is dat de Noordse winterjuffers niet overwinteren in dat gebied, maar dat ze naar Drenthe trekken op zoek naar ruige natuurgebiedjes. Natuurgebiedjes met Pijpenstrootje en Pitrus en in die pollen overwinteren zij. Een paar jaar geleden ben ik met een paar vrienden eens op een mooie berijpte morgen naar zo’n gebied getrokken. Tot onze onuitsprekelijke vreugde vonden we een Noordse winterjuffer aan een pitrusstengel. Het is wel een vreemd gezicht: een juffertje, klein en kwetsbaar, dat helemaal onder de rijp zit en toch in leven blijft. Mooi om te behouden.