Zoeken
Paniek in opgegraven nest van aardhommels
3 augustus 2020
Paniek in opgegraven nest van aardhommels
Door Natuurspotter Hero Moorlag
Overbuurvrouw Inge wilde oude tuinplanten in de voortuin verwijderen en nieuwe planten. Ze begon te graven en legde een compleet hommelnest bloot. Clusters gele broedcellen waarop vijftig werksters in paniek probeerden de schade te herstellen. Met overbuurvrouw Janny kwam ze aan de deur met de vraag: “Wat moet ik doen?” Meteen polshoogte genomen. Ze hadden al een beschermende rieten mand over het opgegraven nest gelegd en wel zo, dat de hommels eronder vandaan konden komen om nectar en stuifmeel te halen. Uitleg was noodzakelijk: hommels zijn vriendelijke dieren, bestuiven bloemen en gewassen en zijn dus heel nuttig, wees niet bang, ze doen je geen kwaad. Hoe lang duurt het voordat ze “weg” zijn? Pas in de herfst, zeg maar oktober.
Bombus betekent gonzen, terrestris in de aarde levend. Bombus staat ook voor goedaardig. Een aardhommelkoningin wordt in het voorjaar wakker. Ze kan al vliegen bij tien graden. Met twee centimeter en een spanwijdte van vier centimeter is ze de grootste koningin onder de hommels. Ze zoekt een plek om een nest op te zetten, bijvoorbeeld een oud muizennest. Het hommelnest kan een meter onder de grond liggen. Hier begint ze de eerste broedcellen te bouwen van was dat ze uit klieren produceert. In elke cel legt ze een eitje. Ze voedt de larven met nectar en stuifmeel van de eerste bloeiende planten, zoals krokussen. Na verpopping komen uit de cellen werksters van ruim een centimeter, de dochters van de koningin. Ze nemen de zorg voor het broed volledig van de koningin over. Hare majesteit komt niet meer uit het nest, maar legt alleen maar eitjes in de cellen die door de werksters zijn gemaakt. De kolonie kan onder de grond uitgroeien tot 600 bewoners. Pas in de nazomer komen uit de cellen nieuwe koninginnen en mannetjes van anderhalve centimeter. De mannetjes bevruchten de koninginnen. In de herfst sterven de mannetjes, de werksters en de oude koningin. De nieuwe koninginnen zoeken een plek om te overwinteren. Ze dragen voldoende sperma bij zich, zodat ze in het komende voorjaar de hele lente en zomer bevruchte eitjes in een nieuwe kolonie kunnen leggen. De cyclus is rond.
Sociale dieren
In het geval van overbuurvrouw Inge gaat het om een deel van de hommelkolonie. Een ander deel bevond zich waarschijnlijk nog diep onder de grond. Wat opvalt is het sociale gedrag van deze nuttige dieren, het gedrag dat je ook ziet bij honingbijen en mieren. Aandoenlijk zorgen de werksters trouw voor het broed. Koning Salomo zegt in het bijbelboek Spreuken: “Ga tot de mier, gij luiaard, zie haar wegen en wordt wijs.” We kunnen inderdaad veel leren van deze nijvere volkjes. In een sociaal samenzijn wordt alles gedaan om het broed groot te brengen. Deze zomer valt het extra op dat het gebrek aan dagvlinders wordt gecompenseerd door tientallen hommels. Het zoemt echt op plekken waar veel bloemen bloeien. In de tuin vind je hommels op vingerhoedskruid en vlinderstruik, maar ook in de groentetuin op courgette, pompoen en bonen. In de meeste gevallen zijn dat aardhommels.
Ik zag echter ook veel steenhommels, een hommeltje met een oranje kontje. Verder komen in de tuin boomhommel (oranje rug), akkerhommel en een enkele koekoekshommel, een broedparasiet. Zoals de koekoek haar ei legt in het nest van een boompieper in de heide, zo legt de koekoekshommel haar eitjes in het nest van een aardhommel of boomhommel. Koekoekshommels hebben geen koningin, alleen werksters en mannetjes. Deze hommel vertoont geen sociaal gedrag, zoals in onze tuinen de algemene aardhommel.