Zoeken
PAS op: heel Drenthe zwamt
21 oktober 2019
Door Natuurspotter Jan van Ginkel
De afgelopen weken werd ik vooral bezig gehouden door twee sterk verschillende maar toch ook samenhangende zaken. Deze betreffen ten eerste de veroordeling door de Raad van State van de PAS-maatregelen van de regering en ten tweede de opvallende rijkdom aan paddenstoelen in berm en bos.
Mijn mond viel open toen Cora van Nieuwenhuizen, minister van Infrastructuur en Waterstaat, haar eerste reactie gaf op de uitspraak van de RvS. “Wij moeten een list verzinnen”, liet zij optekenen. Nou staat haar partij bekend om de listen die haar politici verzinnen om het neoliberale gedachtegoed onbelemmerd te kunnen uitvoeren. De partij van Vrrroemmm, 130 km op de rijkswegen! Cora kent haar klassiekers door een uitroep te bezigen van de zo vaak zich in de nesten werkende heer O.B. Bommel. Na diens wanhoopskreet “Tom Poes verzin toch eens een list!” gaat dit non-descripte ventje aan het werk en uiteindelijk komt alles goed. Van Nieuwenhuizen heeft waarschijnlijk niet alles van de Bommelsaga goed begrepen, want maar al te vaak wordt in de strip het industrieel-uitbuitende en vervuilende complex een halt toegeroepen en vallen er uitspraken als “Dit geeft geen pas!” Zou Toonder nog geleefd hebben dan was de copieuze maaltijd aan het eind van elke episode vast en zeker vegetarisch geworden.
Reuzenbovist
Nu we het toch over eten hebben: hebt u wel eens een plak reuzenbovist gebakken? Deze voetbalgrote stuifzwam groeit op voedsel- en stikstofrijke plaatsen. Vaak zijn die ruderaal, d.w.z. gestoord door menselijk toedoen. De reuzenbovisten op onderstaande foto groeien aan de rand van een zwaar bemeste maisakker.
Je kunt de bovisten aantreffen in diverse biotopen zoals wegbermen, geluidswallen en weilanden. De jonge bollen hebben een glad en opvallend wit oppervlak en zijn van binnen stevig sponzig. In deze fase is de algemeen voorkomende reuzenbovist eetbaar en smakelijk. Maar of de consumptie van zijn vruchtlichamen afkomstig van dit soort plaatsen aan te raden is?
Niet alleen stikstof
Helaas gaat op dit moment alle aandacht uit naar stikstof als grote boosdoener. Maar wie midden tussen de boeren woont en de onderzoeken volgt, zal beamen dat de landbouw veel meer aanslagen pleegt op het welzijn van mens en dier. Natuurlijk, de landbouw is maar één van de actoren op het gebied van milieuproblematiek, maar de cijfers liegen er niet om!
Ik vind het kwalijk dat de voorlieden uit de agrarische sector, met dikke steun van de partijen die de aarde als rentmeester willen beheren, voor de feiten weglopen. Het lijkt wel of zij de drie B’s van gedeputeerde Jumelet hebben overgenomen. J. predikt de B’s van Beleving, Benutting en Bescherming van de natuur. De invulling van de B’s door LTO: Bagatelliseren: de cijfers en het rekenmodel kloppen niet, wij zijn lang niet zo erg als Schiphol. Badineren: die paar stikstofgevoelige plantjes horen hier al lang niet meer thuis. Waar máken die natuurfreaks zich druk om. En Brullen van verdriet: de samenleving moet ons altijd hebben, de boer is weer eens het slachtoffer. Dus op naar Den Haag, met trekkers die al lang niet meer ronken maar nog harder brullen.
Nieuw beleid
De LTO verkondigt samen met het MKB (Midden en Klein Burgerlijkheid) dat Nederland slechts ruimte heeft voor drie grote natuurgebieden: Wadden, Oostvaardersplassen (sic) en Veluwe. De rest van N2000 gebied kan (weer) op de schop, want dit Nationaal Natuurnetwerk (NNN) belemmert de uitbreiding van de landbouwsector, de uitbreiding van bedrijvenparken, de aanleg van nog meer wegen etc. Het NNN zet Nederland op slot, zegt men. Daarin heeft men gelijk! NNN maakt helder dat wij duidelijke keuzes moeten maken en niet langer alles kunnen uitvoeren wat wij willen. Niet constant de kool en geit kunnen sparen, hierin zit de kern van het PAS-debacle. Dat er steeds meer ondernemingen zijn die integraal denken en er in slagen de kost te verdienen zonder grove aantasting van natuur en welzijn, wordt door bankiers, politici, voorlieden en bestuursleden maar liever over het hoofd gezien.
Ik ga weer terug naar de paddenstoelen en hoop dat boeren en bouwondernemers deze blog lezen. Op het gevaar af een dreigbrief te krijgen. Dat is recent een goeie vriend die geen blad voor zijn mond neemt overkomen. Drenthe is zijn onschuld al lang verloren! De verstikstoffers kunnen hier echter lezen dat de overmaat aan stikstof tot nu toe niet alle paddenstoelen heeft afgeschrikt. Het zijn de cda-zwammen, die groeien op compost, dood hout en afval.
De geschubde inktzwam is een zeer algemene soort. Geen wonder want deze zwam groeit net als de reuzenbovist op verstoorde bodems van erven en in wegbermen. Op dit verlaten boerenerf kan hij nog jaren vooruit op de resten van een mesthoop. De hoeden lijken op berenmutsen, maar gaan bij rijping van de sporen over in een zwarte massa inkt.
Broeihoop
Nog een liefhebber van storing, al is de knolparasolzwam niet een zuivere indicator daarvan. De zwam komt namelijk ook voor in schaduwrijk naald- en loofbos waar de bodemverstoring in mindere mate en langer geleden het geval is geweest. Hoewel, de zwam heeft voorkeur voor dikke strooiselpakketten en die ontstaan als het bodemleven niet goed functioneert. De foto heb ik gemaakt op ons eigen landje waar we jaarlijks één maal maaien en het maaisel op een hoop zetten. De broeihoop ligt vlak bij de poel en sloot. Ik hoop dan ook dat er nog eens ringslangen komen.
Stikstofgevoelige soorten
Naar de reactie van de paddenstoelen op vermesting en verzuring van de grond is langdurig onderzoek verricht. De zaak ligt echter zo complex dat er nauwelijks algemene conclusies zijn te geven. Wel lijkt duidelijk dat er in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw honderd tot honderdvijftig soorten uit Nederland zijn verdwenen. De stikstofdepositie was toen erg hoog. Door maatregelen als mestinjectie nam die af waardoor de situatie relatief verbeterde, maar de echt gevoelige soorten, tweederde van de verdwenen soorten, kwamen niet terug.
Het meest kwetsbaar blijken vooral die soorten die in samenwerking leven met boomwortels (symbionten). De symbionten zijn veel talrijker en spelen een veel grotere rol in het ecosysteem dan lang is gedacht. Zij dragen sterk bij aan de vitaliteit van de bomen en de veerkracht van het bos. Amanieten als de vliegenzwam en boleten, waaronder eekhoorntjesbrood, zijn symbionten. In dit regenrijke najaar zijn zij weer volop aanwezig. Zij behoren, net als de cantharel, tot de schimmels die zich lijken te herstellen.
De diversiteit aan paddenstoelen in gebieden met een hogere stikstofdepositie is echter laag gebleven in vergelijking met de grote verscheidenheid op minder vervuilde bodems. Voornamelijk de verzuring van de grond door ammoniak (een stikstofverbinding) is schadelijk voor de schimmels.
Tenslotte nog enkele mooie prenten, om de moed erin te houden.