Zoeken
Wilde bijen (vervolg)
5 augustus 2020
Wilde bijen (vervolg)
Door Natuurspotter Joop Verburg
Hoewel ik wel eens een uitstapje maak in mijn blogs naar andere soortgroepen zoals paddenstoelen, schrijf ik toch het meest over insecten. De insectenwereld is uitermate divers en fascinerend; je raakt er nooit op uitgekeken. De afgelopen gelast-alles-maar -af-corona-tijd had ik meer dan ooit gelegenheid om rond te kijken en te genieten van dat deel van de natuur. Wat mij vooral intrigeerde was de samenhang tussen verschillende soorten en groepen. Met name het verband tussen insecten en planten is zo duidelijk en overweldigend. Dat zie je vooral bij de vlinders en de bijen. Laat ik mij deze keer maar bij de bij houden.
Wanneer je je verdiept in die grote groep van wilde bijensoorten, ontdek je dat je soms beter naar de planten kunt kijken en er op die manier uit kunt komen, wat voor bij je ziet. Bijensoorten herkennen is uitermate moeilijk en in veel gevallen is er microscopisch onderzoek nodig om vast te stellen welke soort je hebt gezien. Wanneer je van de plant uitgaat, lukt het vaak veel sneller. Neem de klokjes: Daarop vliegt een beperkt aantal bijensoorten om stuifmeel te halen voor hun nakomelingen. Kleine en Grote klokjesbij (verzamelen stuifmeel aan hun buik), Klokjesdikpoot en de Klokjesgroefbij (pootverzamelaars) Kijk dan wordt de lijst al veel kleiner en overzichtelijker. Het is trouwens een prachtig en bijna koddig gezicht om te zien hoe de Grote klokjesbij steeds het achterlijf tegen de lange meeldraden duwt om zoveel mogelijk van het stralend witte stuifmeel mee te kunnen nemen.
Deze maand (juli 2020) overkwam mij weer zoiets. Ik fietste van Hoogeveen naar Zuidwolde en kwam halverwege langs een mooi weitje met (ingezaaide) wilde bloemen. Op de Beemdkroon vlogen verschillende vlindersoorten en ook de andere bloemen kregen volop insectenbezoek. Ik fotografeerde een bij en de foto lukte goed. Thuis ga ik dan met behulp van het boek “wilde bijen” proberen uit te zoeken welke bij het is. UIteindelijk kwam ik uit bij de Kruiskruidzandbij. Het had veel sneller gekund wanneer ik mij gerealiseerd had dat ik de bij had gefotografeerd terwijl hij foerageerde op Jacobskruiskruid. Wat weer een leuke ontdekking!
Ook bij Reseda-soorten (reseda is een wildeplanten geslacht) kun je iets dergelijks zien. Op de reseda vliegen superkleine zwarte bijtjes. Reseda-maskerbijtjes. De vrouwtjes hebben twee witte streepjes voor op de kop en de mannetjes een wit engeltje. Kijk maar naar de foto om te snappen wat ik bedoel.
Er valt best te discussieren over nut en nadeel van internet, maar voor het vinden van bijzonderheden over bepaalde soorten is internet een geweldige bron van informatie. De reseda-maskerbijen hebben een wel heel speciale manier om broedcellen te maken. Ze zoeken een holte en daarin gaan ze een cel eerst bekleden met een soort cellofaan dat ze uit een klier likken en dan uitsmeren over de wanden van de cel. Wanneer dat klaar is, gaan ze stuifmeel halen maar niet zoals de meeste bijen aan hun poten of onder hun buik (aan een buikschuier) maar ze eten de helmknoppen van de reseda op en mengen dat met speeksel tot een soort papje dat ze in de broedcel brengen. Wanneer er genoeg in zit leggen ze een eitje. Daarna wordt met het kliervocht de cel dichtgelikt en kan aan de volgende broedcel begonnen worden. Ook de buitenkant wordt stevig dichtgelikt met de vloeistof, die als cellofaan taai en stevig wordt. Wat een bijzondere oplossing om je nakomelingen te beschermen!
Ik kan met die lijst wel verder gaan, want op Boerenwormkruid vliegt de Wormkruidbij.
Op Grote kattenstaart de Kattenstaartdikpoot, die aan zijn poten karakteristieke groen klompjes stuifmeel verzamelt.
De Grote wolbij, die van de harige bloemen van b.v. Hartgespan niet alleen stuifmeel en nectar haalt maar ook de haren, die gebruikt worden om de broedcel te bekleden.
Eigenlijk zijn het maar een paar voorbeelden van de enorme diversiteit in de bijenwereld. De bijen zijn onverminderd belangrijk voor het ecologisch evenwicht en voor de bestuiving van planten. Planten, die vaak afhankelijk zijn van specifieke insecten om de bestuiving tot stand te brengen. Wanneer we ons dat goed realiseren, begrijpen we waarom het zo belangrijk is om de natuur te koesteren en te beschermen.
Joop Verburg, Natuurvereniging Zuidwolde