Snoeien wordt vaak beschouwd als een belangrijke stap in het verzorgen van bomen, en terecht. Het gezegde luidt niet voor niets “snoeien doet groeien en bloeien”. Of het nu gaat om het bevorderen van gezonde groei of het in toom houden van de grootte van de boom, regelmatig snoeien is belangrijk. Hier zijn enkele richtlijnen om in gedachten te houden bij het snoeien van jouw bomen.
Het eerste wat je wilt doen, is alle dode takken verwijderen. Dit niet alleen om het uiterlijk van de boom te verbeteren, maar ook om mogelijke vallende takken te voorkomen. Na het verwijderen van dode takken, richt je je op het snoeien van maximaal een kwart van alle blad dragende takken. Afhankelijk van de groeiwijze van de boom, kun je deze takken direct vanaf de stam snoeien of bij een zijtak. Let hierbij ook op takken die elkaar in de weg zitten; in dit geval is het vaak het beste om één van de twee weg te snoeien, zodat de ander ruimte heeft om zich te ontwikkelen.
Timing is cruciaal bij het snoeien van bomen. Voor bijna alle bomen geldt dat de beste tijd om te snoeien is wanneer de sapstroom stilligt, meestal tussen november en maart, behalve als het vriest. Er zijn echter uitzonderingen, zoals de zogenaamde ABC-bomen (Acer/esdoorn, Betula/berk, Carpinus/beuk), evenals walnoot- en kastanjebomen. Deze mogen niet in de winter worden gesnoeid vanwege het risico op ‘bloeden’ en het is beter om ze in de zomer te snoeien, van eind juli tot september.
Voor fruitbomen is het belangrijk om niet te snoeien op regenachtige dagen om infecties te voorkomen. Bovendien is het verstandig om te wachten tot de boom voldoende kracht heeft opgebouwd, meestal vanaf het tweede jaar na het planten. Met deze richtlijnen kun je je bomen gezond houden en hun groei en bloei bevorderen.