Gifvrij tuinieren

Wist je dat je van een prachtige, onkruidvrije tuin kunt genieten zónder gif te gebruiken? Dat is een stuk beter voor insecten, vogels én voor het Drentse water, wat nu vervuild is door bestrijdingsmiddelen. Vervuild water vormt een bedreiging voor onze drinkwatervoorziening en voor de natuur.

Onkruid op je stoep of terras voorkomen

Vermijd onnodige verharding. Groene aanslag, mos en onkruid krijg je namelijk juist op plekken waar je niet vaak komt. Vooral in de schaduw komt snel een groene aanslag van algen of mos op verharding. Als je aan de slag gaat met de aanleg van je terras of stoep begin dat met het leggen van worteldoek. Gebruik vervolgens schoon zand zodat onkruid moeilijk kan kiemen. Let ook op de afwatering! Algen en mos vormen zich op plekken waar het lang vochtig is. Vervolgens kun je er voor kiezen gebruik te maken van speciale voegvullingen die ontkiemend onkruid tegengaan en toch waterdoorlatend zijn. Ligt je terras eenmaal? Door regelmatig vegen krijgen onkruid, algen en mos weinig kans.

Onkruid op je stoep of terras verwijderen

Veel onkruid tussen tegels of stenen kun je natuurlijk gewoon verwijderen door het er met de hand uit te trekken. Bij tuincentra is handig gereedschap te koop om onkruid te verwijderen, zoals krabbers en borstels. Vind je het niet fijn om te lang op je knieën te zitten? Schrob de bestrating dan eens met heet water of spuit met een hogedrukreiniger. Je kunt ook kokend water over je tegels gieten. Onkruid gaat namelijk dood van de hitte en de afgestorven plantjes veeg je een dag of twee later zo weg. Nog grover geschut nodig? Er zijn ook onkruidbranders te koop.

Een gazon zonder onkruid en mos

Ga je een gazon aanleggen? Kies dan eerst de meest geschikte plaats in je tuin. Gras houdt van zon en op schaduwrijke plekken zal steeds opnieuw mos groeien. Ligt je grasmat vervolgens? Maai je gras dan niet te kort. Door iets langer af te maaien, wordt het gras vitaler en kan het beter concurreren met mos. En als er dan toch mos in je grasveld zit, kun je dat verwijderen door het gras te harken of te verticuteren.

Borders zonder onkruid

De beste tip is: geef onkruid geen kans door er andere plantjes neer te zetten die de ruimte en het licht ‘stelen’. Plant hiervoor tussen de andere planten en struiken bodembedekkers. Die groeien laag bij de grond zodat er weinig ruimte is voor onkruid. Er zijn allerlei verschillende bodembedekkers voor zonnige en schaduwrijke plaatsen. Sommige zijn zelfs geschikt om op te lopen. Denk er wel aan dat je bij de aanschaf van nieuwe plantjes oplet of ze biologisch zijn. Bedek de overige open grond tussen planten met een laag organisch materiaal, bijvoorbeeld met houtsnippers.

Toch onkruid in je border? Niet schoffelen!
Verwijderen onkruid door te wieden in plaats van te schoffelen. Bij wieden trek je het onkruid er met wortel en al uit. Schoffelen zorgt alleen maar voor meer werk, omdat je op die manier een goed kiembed creëert voor onkruidzaden. Diep wortelende onkruiden kun je met een onkruidsteker verwijderen. En als laatste: Niet elk onkruid is per se een probleem. Vind je bloeiende dovenetel of hondsdraf mooi? Laat het dan lekker staan.

Plagen bestrijden

Beestjes horen bij de natuur en dus ook een beetje bij je tuin. Maar het is vervelend wanneer beestjes mooie planten aanvreten. Gelukkig kun je ongewenste beestjes in de tuin bestrijden door de tuin aantrekkelijk te maken voor de natuurlijke vijanden van plaagbeestjes. Ook kun je de beestjes met huismiddeltjes op afstand houden.

Tips tegen luizen
Maak je tuin aantrekkelijk voor lieveheersbeestjes, spinnen en oorwormen. Zij zijn de natuurlijke vijanden van luizen. Deze beestjes houden van rommelige hoekjes met organisch materiaal waarin ze kunnen schuilen en jagen. Maak dus een takkenhoopje of laat wat langere kruiden staan. Zitten ze toch op je rozenstruik? Plant er dan lavendel onder!
Als je luizen op andere planten hebt zitten meng dan een liter water, een eetlepel vloeibare groene zeep en een eetlepel spiritus door elkaar en verstuif het mengsel met een plantenspuit over de luizen.

Tips tegen slakken
Voorkom dat slakken je tuin opzoeken door planten te kiezen die goed bestand zijn tegen slakken. Voorbeelden zijn akelei, goudsbloem, anjer, geranium, viooltjes en varens. Ook Oost-Indische kers en kruiden als salie, tijm en knoflook houden slakken op een afstand. Lukt het niet de slakken weg te houden? Nodig dan andere dieren uit in je tuin. Egels, vogels en spitsmuizen lusten graag slakken. Lok deze natuurlijke vijanden naar je tuin door ze een schuilplaats te bieden onder struiken, stapels takken of in nestkastjes.

Je kunt je planten die snel aangevreten worden ook beschermen door er een barrière omheen te leggen van kale, droge grond, koffiedik, cacaodoppen of fijngemaakte eierschalen. Of door ze te bespuiten met knoflookextract, want knoflook is giftig voor slakken. Snij een knoflookbol in stukken, giet er kokend water of en laat dit een dagje weken. Spuit het vervolgens met een plantenspuit op je plantjes. Je kunt ook een glaasje met bier ingraven, daar zijn ze dol op.

Geef je de slakken liever een tweede kans op een andere plek? Leg dan een plank in je tuin dicht bij de planten die veel aangevreten worden. Eens in de zoveel tijd kun je die optillen en alle slakken zo van de onderkant plukken.

Milieuvriendelijk moestuinieren

Zorg voor een goed bouwplan. Uitputting van de bodem en ziekten en plagen voorkom je met wisselteelt. In het algemeen is het advies een groente pas weer na zes jaar op hetzelfde stukje grond te zetten. Werk daarom met een systeem van zes bedden of bakken, waarbij je de groente elk jaar een bed of bak ‘doorschuift’. Meer weten over wisselteelt? Klik dan hier. Zorg er bij het plannen van je moestuin ook voor dat je gebruik maakt van de goede invloed die sommige planten op elkaar hebben, als ze dicht bij elkaar in de buurt staan. Goede combinaties zijn bijvoorbeeld slasoorten met prei, wortel met ui, ui met rode biet, knoflook met wortel.

En dan?
Maak je moestuin vervolgens aantrekkelijk voor natuurlijke vijanden van slakken, kevertjes en andere schadelijke beestjes, zoals vogels en egels door te zorgen voor schuilplaatsen en nestplaatsen. Een haag, een takkenhoop, nestkastjes, zaden van uitgebloeide bloemen en besdragende struiken lokken vogels en egels naar jouw moestuin. Ook allerlei insecten zoals zweefvliegen, oorwormen en lieveheersbeestjes zijn dol op belagers van uw groenten. Heb je aaltjes in je moestuin? Plant minimaal drie maanden Afrikaantjes op je besmette perceel.

Benieuwd wat je nog meer kunt doen voor een groene tuin?

Terug naar het overzicht